Gebruikerstest¶
Een gebruikerstest is ten opzichte van een guerilla test een meer uitgebreide test. Hierbij schrijf je een testplan, laat je gebruikers een aantal taken uitvoeren en ga je, naast het vragen van feedback, ook een aantal dingen kwantitatief meten, zodat je aan de hand van de data die je verzameld kan zien wat je moet verbeteren.
ISO definitie van kwaliteit in gebruik¶
Voor het testen van gebruikerservaring wordt vaak gebruik gemaakt van de ISO definitie van kwaliteit in gebruik.
“Quality in use is the degree to which a product or system can be used by specific users to meet their needs to achieve specific goals with effectiveness, efficiency, freedom from risk and satisfaction in specific contexts of use.”
Effectiviteit¶
Effectiviteit gaat hier over de mate waarin de gebruiker zijn/haar doel kan bereiken, maken ze bijvoorbeeld geen fouten en kunnen ze de taak voltooien?
Voorbeelden van hoe je effectiviteit kan meten:
- Aantal mensen die het doel hebben volbracht
- Aantal stappen die goed zijn volbracht
- Aantal gemaakte fouten
- Aantal keer hulp / tip / suggestie nodig gehad
Efficiëntie¶
Efficiëntie gaat over hoe snel de gebruiker zijn/haar doel kan bereiken. Dit kan je meten door te kijken hoeveel ze moeten klikken of door tijd bij te houden.
Voorbeelden van hoe je efficiëntie kan meten:
- Tijd waarbinnen het doel volbracht wordt
- Tijd waarbinnen stappen volbracht worden
- Aantal kliks waarbinnen het doel volbracht wordt
- Aantal kliks waarbinnen stappen volbracht worden
Satisfaction of Tevredenheid¶
“Satisfaction” ofwel “Tevredenheid” gaat over hoe tevreden de gebruiker is over het product. Dit kan je meten door een vragenlijst te laten invullen of door een interview af te nemen. Je kan het ook kwalitatief met behulp van gesloten vragen (ja/nee) en enquêteschalen (bv Likert schaal).
Testkaarten¶
Voor het opstellen van een testplan kan je gebruik maken van testkaarten. Je maakt er hier 3 van, 1 voor ieder ISO criterium. Hieronder een voorbeeld van een lege en een ingevulde testkaart.
Voorbeeld van een ingevulde testkaart |
* Een lege testkaart om uit te printen en te gebruiken * |
Testkaart invullen¶
- Hypothese: Wat voorspel je en waarom denk je dit?
- Test: Welke doelen geef je je gebruiker mee?
- Metrics: Hoe meet je dit? Zie ook de voorbeelden die hierboven zijn beschreven.
- Criteria: Wanneer is je hypothese gevalideerd? Wanneer niet?
tips voor testkaarten
- Voordat je je testkaart invult, bedenkt goed welke functionaliteiten of interacties je wilt laten testen. je kan hierbij naar de User Stories kijken die je deze sprint hebt afgerond.
- Geef je gebruikers een (of meerdere) einddoelen, maar niet te veel specifieke stappen om daar te komen, hoe ze het doel bereiken is ook goede feedback.
- Een of max twee doelen per testkaart is meer dan genoeg, anders wordt het te veel voor je gebruiker.
- Probeer altijd met andere mensen te testen dan met wie je al hebt getest, zo krijg je meer verschillende meningen en feedback.
Leerkaarten¶
Voor het documenteren van de resultaten van je test kan je gebruik maken van leerkaarten. Hieronder een voorbeeld van een lege en een ingevulde leerkaart.
Voorbeeld van een ingevulde leerkaart |
* Een lege leerkaart om uit te printen en te gebruiken * |
Leerkaart invullen¶
- Hypothese: dezelfde als bij de leerkaart die erbij hoort (hetzelfde ISO criterium).
- Observatie: wat zei je gebruiker? maar ook: wat deed je gebruiker, wat was hun lichaamstaal?
- Leerpunt & inzicht: wat kan je uit je observaties concluderen?
- Advies: Wat ga je veranderen in je interface op basis van je leerpunten/inzichten?