Datatype¶
Als een variabele een waarde krijgt, dan wordt deze waarde opgeslagen in het geheugen. In het computergeheugen wordt informatie opgeslagen. De kleinste eenheid van informatie die opgeslagen kan worden in het geheugen is een byte. Als je informatie wil opslaan in het geheugen dat groter is dan een byte, dan moet je de informatie opslaan in meerdere bytes. De wijze waarop je de bytes gebruikt om informatie op te slaan wordt een datatype
genoemd.
Voorbeelden van datatypes zijn:
Datatype | Beschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
number |
Een getal | let a: number = 5; |
string |
Een tekst | let b: string = "Hello"; |
boolean |
Een waarde die true of false kan zijn |
let c: boolean = true; |
Datatype | Beschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
number |
Een getal | let a = 5; |
string |
Een tekst | let b = "Hello"; |
boolean |
Een waarde die true of false kan zijn |
let c = true; |
Voor JavaScript is het niet nodig om het datatype expliciet aan te geven. De compiler kan het datatype afleiden uit de waarde die je aan de variabele toekent.
Datatype | Beschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
int |
Een getal | a: int = 5 |
str |
Een tekst | b: str = "Hello" |
bool |
Een waarde die True of False kan zijn |
c: bool = True |
Voor Python is het niet nodig om het datatype expliciet aan te geven. De compiler kan het datatype afleiden uit de waarde die je aan de variabele toekent. Je kan het datatype wel expliciet aangeven, maar dit is niet verplicht.
Datatype | Beschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
int |
Een getal | int a = 5; |
String |
Een tekst | String b = "Hello"; |
boolean |
Een waarde die true of false kan zijn |
boolean c = true; |
Datatype | Beschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
int |
Een getal | int a = 5; |
string |
Een tekst | string b = "Hello"; |
bool |
Een waarde die true of false kan zijn |
bool c = true; |
Datatype | Beschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
int |
Een getal | int a = 5; |
string |
Een tekst | string b = "Hello"; |
bool |
Een waarde die true of false kan zijn |
bool c = true; |