Skip to content

Functie

Een functie is een stukje code dat een bepaalde taak uitvoert.

  • Een functie kan een parameter hebben, maar hoeft dat niet.
  • Een functie kan een waarde teruggeven, maar hoeft dat niet.
  • Een functie kan een andere functie aanroepen, maar hoeft dat niet.

Voorbeeld

De functie printHelloWorld print de tekst Hello World naar de console.

function printHelloWorld() {
    console.log("Hello World");
}
def printHelloWorld():
    print("Hello World")
public void printHelloWorld() {
    System.out.println("Hello World");
}
public void printHelloWorld() {
    Console.WriteLine("Hello World");
}

Functie parameters

Een functie kan een of meerdere parameters hebben. Een parameter is een variabele die de functie nodig heeft om zijn taak uit te voeren.

De functie printHello print de tekst Hello gevolgd door de parameter name naar de console.

function printHello(name: string) {
    console.log("Hello " + name);
}

// Aanroepen van de functie
printHello("World");
def printHello(name):
    print("Hello " + name)

# Aanroepen van de functie
printHello("World")
public void printHello(String name) {
    System.out.println("Hello " + name);
}

// Aanroepen van de functie
printHello("World");
public void printHello(string name) {
    Console.WriteLine("Hello " + name);
}

// Aanroepen van de functie
printHello("World");

Return type

Een functie kan een waarde teruggeven. Het datatype van de waarde die de functie teruggeeft wordt het return type genoemd en moet je in sommige programmeertalen expliciet aangeven.

De functie getHelloWorld geeft de tekst Hello World terug.

function getHelloWorld(): string {
    return "Hello World";
}

// Aanroepen van de functie
let helloWorld = getHelloWorld();
console.log(helloWorld);
def getHelloWorld():
    return "Hello World"

# Aanroepen van de functie
helloWorld = getHelloWorld()
print(helloWorld)
public String getHelloWorld() {
    return "Hello World";
}

// Aanroepen van de functie
String helloWorld = getHelloWorld();
System.out.println(helloWorld); 
public string getHelloWorld() {
    return "Hello World";
}

// Aanroepen van de functie
string helloWorld = getHelloWorld();
Console.WriteLine(helloWorld);

Functies aanroepen

Een functie wordt aangeroepen door de naam van de functie te typen gevolgd door een open haakje ( en een gesloten haakje ).

Voorbeeld functies aanroepen:

printHelloWorld();
printHello("World");
console.log(getHelloWorld());
printHelloWorld()
printHello("World")
print(getHelloWorld())
printHelloWorld();
printHello("World");
System.out.println(getHelloWorld());
printHelloWorld();
printHello("World");
Console.WriteLine(getHelloWorld());

signature

Een methode heeft een signature die bestaat uit de naam van de functie, de parameters en de return type. De signature van een functie is de definitie van de functie. De signature van een functie is belangrijk omdat deze bepaalt hoe de functie gebruikt kan worden.

Voorbeeld: Function signature

Een methode berekenOppervlakte kan er in TypeScript als volgt uitzien:

public berekenOppervlakte(lengte: number, breedte: number): number {
    return lengte * breedte;
}

De signature van deze functie is:

berekenOppervlakte(lengte: number, breedte: number): number

Dit betekent dat de functie berekenOppervlakte twee parameters verwacht van het type number en een return type heeft van number.