Feedback¶
Feedback is terugkoppeling aan iemand over het effect van zijn of haar gedrag of prestaties. Dit is waardevol om te ontvangen als je jezelf of je product wilt verbeteren. Feedback kun je positief of opbouwend formuleren. Positieve feedback helpt om bestaand gedrag te bekrachtigen of te bestendigen, opbouwende feedback helpt om gedrag te veranderen. Om jezelf te kunnen ontwikkelen heb je de feedback van je klasgenoten en docenten nodig.
Basisregels effectieve feedback¶
- Geef constructieve feedback: Zowel bij het geven van positieve als negatieve feedback is het belangrijk dat je het opbouwend is: constructief. Je geeft feedback om iemand verder te helpen. Blijf daarom altijd positief
- Spreek vanuit jezelf: Geef feedback vanuit jezelf. Vertel wat je prettig vindt en waarom. Of vertel waar je last van hebt of wat je liever anders ziet: “Ik heb het gevoel dat…” of “Voor mij werkt dit niet prettig, omdat…”. Zo voorkom je dat je reactie overkomt als kritiek of als een beschuldiging
- Wees concreet: Geef specifieke feedback met concrete voorbeelden. Zo kan de ander er het meest van leren
- Verplaats je in de ander: Probeer je in te leven in de ander. Hoe wil je zelf feedback ontvangen? En hoe kun je er van leren?
- Sta open voor een reactie: Uiteindelijk gaat feedback over een goede interactie tussen jullie als collega’s, dus verwacht dat je ook een reactie terug krijgt. Je helpt elkaar er alleen maar mee. Wel zo fijn toch?
- Geef feedback op prestatie, niet op persoonlijkheid: Iedereen heeft een andere persoonlijkheid, daar valt niet over te twisten. Daar feedback op geven is niet van toegevoegde waarde in de klas. Wat wel nuttig is, is feedback geven op het werk dat iemand uitvoert.
Drie bekende feedbackmethoden¶
Feedback kun je op meerdere manieren geven. Zo zijn er naast de feedbackregels ook meerdere feedbackmethoden. Door deze methoden te volgen krijg je makkelijk een overzicht van een constructieve opbouw in je boodschap.
Valkuilen en tips feedback geven¶
- Zoek de balans tussen positief en negatieve feedback
- Wie feedback geeft kan het terug verwachten.
- De grootste valkuil is dat het als snel gaat over oplossingen. Het gedrag en effecten staan centraal. Zorg er voor dat de verantwoordelijkheid van de oplossing bij de ontvanger blijft.
- Heb ik het wel goed gezien? Contoleer de feiten
- Denk na over de relatie, is het aan mij om feedback te geven ?
- Denk vooraf na over moeilijke situaties. Bereid deze ook voor en bedenk wat je gaat doen
Feedback ontvangen¶
Wie feedback geeft, moet er ook rekening mee houden dat er feedback terug gegeven kan worden. Houd daarbij rekening met de volgende gedragsregels:
- Luister actief
- Vraag om uitleg
- Bedank je gesprek partner
- Verwerk de feedback. Je hoeft niet direct te reageren. Bedenk eerst wat je er van vindt. Vraag ook wat je gesprekspartner welke verandering van jouw gedrag wordt gewenst. Neem een bewust besluit.
- Onderneem actie. Wat ga je nu concreet doen?
Valkuilen feedback ontvangen¶
- Vermijden
- Negeren,
- Ontkennen,
- Goed praten,
- Terug slaan,
- Slikken en het oude gedrag voortzetten
Heb je feedback ontvangen? Verander het in een SMART-actie voor de volgende keer en schrijf die SMART-formulering ergens op
Voorbeeld¶
Ik begrijp deze code niet > Ik begrijp deze code nu niet. Ik denk dat het zou helpen om duidelijkere namen te geven aan de variabelen.
Het is mij opgevallen dat dit de derde keer is dat ik een deadline van je moet opschuiven. Ik begrijp dat je aan veel projecten tegelijk werkt en hierdoor soms in tijdnood kunt komen. Ik denk dat het productiever voor het team is als we wat aanpassingen aan je planning maken.
Oefening met positief roddelen
Het doel van positief roddelen is het leren ontvangen van opbouwende feedback.
Vorm drietallen en bedenk van ieder in het drietal wat de drie sterkste punten zijn van de manier waarop ander samenwerkt/zijn werk doet. Vervolgens roddelen twee van de drie mensen met elkaar over de sterke punten van de derde persoon. De derde persoon mag alleen kijken, luisteren en aantekeningen maken. De rollen worden gewisseld, zodat uiteindelijk iedereen aan de beurt komt.
Oefening 1
Vraag aan 4 mensen in jouw omgeving om feedback. Gebruik daarvoor een standaard 360-graden feedbackformulier. Schrijf een korte reflectie op de gekregen feedback en omschrijf met welke feedback je iets gaat doen.
Oefening 2
Vraag een klasgenoot waar die feedback op wil. Denk aan taalgebruik, gedrag in de klas, geschreven code. Geef effectieve feedback.