Skip to content

Opdracht 23 List

Gegeven is onderstaande list:

cities = ["Amsterdam", "Praag", "Lissabon", "Londen", "Parijs", "Milaan"]
  1. Druk achtereenvolgens af: het eerste element uit de lijst (“Amsterdam”), het derde element (“Lissabon”) en het laatste element (“Milaan”).

  2. Met de functie len() kun je de lengte van een lijst bepalen. Gebruik deze functie om het aantal elementen in de lijst met steden te bepalen.

  3. Met de functie len() kun je ook de lengte van een string bepalen.

    Gebruik deze functie om het aantal letters in de tweede string (“Praag”) in de lijst met steden te bepalen.

  4. Je kunt items toevoegen aan de list met de += operator. Probeer onderstaande code:

    cities = ["Amsterdam","Praag","Lissabon"]
    cities += ["Brussel","Warschau"]
    print(cities)
    
  5. Je kunt afzonderlijke items in de list een nieuwe waarde geven, bijvoorbeeld:

    cities[2] = "Kopenhagen"
    

    Pas in de list met steden het eerste element aan. Verander “Amsterdam” in “Rotterdam”.

  6. Controleer het resultaat door de lijst met steden opnieuw af te drukken.