Gepast communiceren

Inleiding ##

Tijdens je studie werk je vaak samen in projecten en moet je regelmatig communiceren met docenten, klasgenoten en teamgenoten. Goede communicatie helpt om misverstanden te voorkomen, duidelijkheid te scheppen en een fijne samenwerking te bevorderen. Deze learning story helpt je te leren hoe je op de juiste manier communiceert, hoe je de juiste communicatiestijl kiest, en hoe je altijd respectvol en professioneel blijft.

Hoe toon ik dit aan?

• Je hebt in verschillende situaties laten zien dat je duidelijk en begrijpelijk communiceert met belanghebbenden, zoals docenten, klasgenoten en teamgenoten.
• Je hebt de juiste communicatievorm gekozen op basis van de situatie en kunt uitleggen waarom je deze vorm hebt gekozen.
• Je hebt actief geluisterd naar feedback en adequaat gereageerd op vragen of opmerkingen van belanghebbenden.
• Je hebt respectvol en professioneel gecommuniceerd met alle belanghebbenden, ongeacht hun rol of functie.
• Je hebt regelmatig gecommuniceerd over de voortgang en resultaten van je project, afgestemd op de informatiebehoeften van de belanghebbenden.
• Je hebt je communicatiestijl aangepast aan de persoon en de context, en kunt aantonen hoe dit heeft bijgedragen aan effectieve communicatie.

Hoe kan ik dit leren?

1. Duidelijk en begrijpelijk communiceren
2. Zorg ervoor dat je boodschap duidelijk is en dat de ander goed begrijpt wat je bedoelt.
3. Let op hoe je je woorden kiest en pas je taalgebruik aan op degene met wie je spreekt. Bijvoorbeeld, je kunt informeler zijn met een medestudent dan met een docent.

4. Voor elk gesprek of bericht moet je nadenken: “Wat is het doel van mijn boodschap?” en “Wat weet de ander al?”

5. Kies de juiste manier van communiceren

6. Niet elk gesprek hoeft via e-mail of mondeling plaats te vinden. Soms is een snel bericht via teams voldoende, en in andere gevallen is een uitgebreider rapport nodig.

7. Denk na over wat het beste past bij de situatie. Voor dringende vragen kan een mondeling gesprek beter zijn dan een lange e-mail. Kies de vorm die het meest geschikt is voor de situatie.

8. Luister actief en reageer op feedback

9. Communicatie is geen eenrichtingsverkeer. Leer om goed te luisteren naar wat anderen zeggen en toon begrip voor hun standpunt.

10. Stel vragen als je iets niet begrijpt en reageer beleefd op de feedback die je krijgt. Bijvoorbeeld, in een groepsopdracht kun je tijdens een meeting vragen: “Bedankt voor de suggestie, hoe denk je dat ik dit het beste kan toepassen?”

11. Respectvol en professioneel communiceren

12. Houd in elk gesprek een professionele en respectvolle toon aan, of je nu met een docent praat of met een klasgenoot.
13. Blijf beleefd, zelfs als je het niet eens bent met de ander.

14. In formele situaties gebruik je formeel taalgebruik, en vermijd je straattaal of informele afkortingen in schriftelijke communicatie met docenten.

15. Communiceer regelmatig over voortgang en resultaten

16. Zorg ervoor dat je regelmatig updates geeft over je werk. Dit kan mondeling in een teamvergadering of schriftelijk via een voortgangsverslag.

17. Vraag jezelf af: “Wat willen mijn teamgenoten of mijn docent weten?” en geef de informatie die nuttig is voor hen.

18. Pas je communicatiestijl aan

19. Hoe je communiceert, hangt af van de persoon en de situatie. Met een docent is een formele toon meestal gepast, terwijl je met een klasgenoot in een informele setting misschien losser kunt zijn.
20. Denk ook aan de context: Is het een feedbackgesprek, een projectupdate of een snelle vraag? Pas je toon, boodschap en communicatiestijl aan de situatie aan.