Objectgeoriënteerd programmeren basisprincipes
Inleiding¶
In het eerste project heb je vooral code geschreven die door de computer van boven naar beneden, regel voor regel wordt uitgevoerd. Dit noemen we ook wel procedureel programmeren.
Wellicht heb je gemerkt dat het best wat moeite kost om je code op een overzichtelijke manier te structureren. Hoe meer code je toevoegt aan je applicatie, hoe meer je moet nadenken over het structureren ervan. Je kunt zelfs een punt bereiken waarop je code minder overzichtelijk wordt en het onderhouden ervan meer tijd gaat kosten. Dit is een probleem waar al lang geleden prachtige oplossingen voor zijn bedacht. Een van die oplossingen is object georiënteerd programmeren, afgekort OOP. In het Engels: Object Oriented Programming.
Door te denken in objecten kun je de code van je programma op een logische manier structureren, waardoor het efficiënter en beter herbruikbaar wordt.
Hoe kan ik dit leren?¶
Gebruik o.a. de HBO-ICT Knowledgebase om de volgende vragen te beantwoorden:
- Wat is een class en hoe gebruik je die in je code?
- Wat is het verschil tussen een class en een object?
- Wat is een association en hoe gebruik je die in je code?
- Wat is abstraction en hoe gebruik je dat in je code?
- Wat is encapsulation en hoe gebruik je dat in je code?
- Wat is inheritance en hoe gebruik je dat in je code?
- Wat is polymorphism en hoe gebruik je dat in je code?
Hoe toon ik dit aan?¶
- Ik kan uitleggen hoe ik de basisprincipes van OOP in mijn code heb toegepast, gebruikmakend van de juiste terminologie.
- Ik heb een kennistoets gedaan over de basisprincipes van OOP.
- Ik heb bovenstaande vragen in mijn eigen woorden beantwoord in mijn Learning Journey.