Skip to content

Python modulaire herbruikbare code schrijven

Inleiding

Tijdens het programmeren komt het geregeld voor dat je hetzelfde stukje code op verschillende plekken moet gebruiken. De simpelste oplossing is om de eerste keer de code te schrijven, om elke keer daarna je originele code te copy-pasten. Zo hoef je niet 10, 20, 50 keer dezelfde code te schrijven. Toch heeft deze oplossing nadelen. Wat als je de 51e keer een fout ontdekt? Waar ga je al je stukjes ‘handige code’ bewaren zodat je die later kan copy-pasten? Wat als er een software-update komt die aanpassingen vraagt aan de broncode? Om dit probleem op te lossen werken veel (lees: alle) programmeurs met functies, methoden, en modules. Deze vormen de basis van elk serieus programma.

Wat moet ik kunnen?

Je moet in ieder geval een functie kunnen definiëren en aanroepen. Deze functie wil je parameters meegeven, en het is ook belangrijk dat een functie eventueel een return-waarde kan teruggeven aan het hoofdprogramma. Functies groeperen tot een module, of externe modules zoals math, datetime, of random in je programma gebruiken, behoort ook tot de fundamentele kennis van programmeren.

Hoe leer ik dat?

De knowledge base bevat een korte introductie over functies en modules. Kijk daar voor een uitleg hoe je functies en modules bouwt, en welke externe modules nuttig zijn, en wat je ermee kan doen.

Via W3Schools kan je specifieke uitleg vinden over functies en modules in Python. De volgende pagina’s zijn uitzonderlijk handig:

Om beter te begrijpen hoe functies achter de schermen van Python worden uitgevoerd, en waarom je parameters, argumenten, en return-waardes nodig hebt: