Skip to content

Loops

Wat je vaak gaat tegenkomen tijdens het programmeren is dat je bepaalde stukken code een of meerdere keren wilt herhalen. Zo’n herhaling noemen we een loop.

Er zijn drie typen loops:

  • for-loop : Gebruik een for-loop als je weet hoe vaak je de code wilt herhalen.
  • while-loop : Gebruik een while-loop als je niet weet hoe vaak je de code wilt herhalen.
  • do-while-loop : Gebruik een do-while-loop als je de code minstens één keer wilt uitvoeren en niet weet hoe vaak je de code wilt herhalen.
  • foreach-loop : Gebruik een foreach-loop als je over een lijst met elementen wilt itereren.

Welke loop?

Gebruik het onderstaande stroomschema om te bepalen welke loop je moet gebruiken:

graph TD
    A[Je moet code herhalen]
    A --> B{Moet je over \n een lijst \nitereren?}
    B -->|Ja| D([Gebruik een foreach-loop])
    B -->|Nee| C{Weet je hoe \n vaak je de \n code wilt \n herhalen?}
    C -->|Ja| E([Gebruik een for-loop])
    C -->|Nee| F{Moet de code \n minstens één keer \n worden uitgevoerd?}
    F -->|Ja| G([Gebruik een do-while-loop])
    F -->|Nee| H([Gebruik een while-loop])